Het stadhuis is een voorbeeld van burgerlijke, laatgotische architectuur in bak- en zandsteen. Toen de wegtrekkende Duitse troepen, op 23 oktober 1944, de Sint-Katharinatoren dynamiteerden, werd het stadhuis eveneens bijna volledig vernield. Na de oorlog werd dit monument tot in de details heropgebouwd.

Stadhuis Hoogstraten

In 1525 werd in een vergadering tussen graaf Antoon de Lalaing en de 'ingesetenen' van de Vrijheid van Hoogstraten besloten een stadhuis te bouwen. De graaf besloot het nieuwe 'stadhuys' zelf te financieren omdat de burgers van de stad al de zware last van de bouw van een nieuw kerkkoor hielpen dragen.

Het laatgotisch stadhuis werd gebouwd tussen 1530-1534 naar een ontwerp van Rombout II Keldermans. Hij was een bouwmeester uit Mechelen en lid van één van de belangrijkste bouwmeestersfamilies uit de periode van de Brabantse gotiek. Rombout II Keldermans was net als zijn vader stadsarchitect van Mechelen. Bovendien schopte hij het tot bouwmeester van de Brabantse hertogen en werd zelfs benoemd tot persoonlijk architect van keizer Karel V, die hem in 1516 in de adelstand verhief.

De meester uit Mechelen werkte in Hoogstraten tot aan zijn dood in 1531. Daarna werden de werken aan het stadhuis verder gezet onder leiding van Hendrik Lambrechts en Antoon II Keldermans. In het oorspronkelijke stadhuis was een conciërgerie, een vleeshuis, een secretarij, een raadzaal, een bewaarplaats voor archieven en een militiezaal uit twee delen voor de gilden voorzien.

Vandaag de dag is het kantoor van VisitHoogstraten in het stadhuis gevestigd.