UNESCO-erfgoedwandeling Wortel-Kolonie
UNESCO-erfgoedwandeling Wortel-Kolonie
Vertrekpunt
Bezienswaardigheden onderweg
Wortel-Kolonie
Meer info
Wortel-Kolonie is een bijzonder gebied met een uniek verhaal. In 2021 werd het door UNESCO toegevoegd aan hun lijst van werelderfgoed. Deze wandeling neemt je mee naar 'de tijd van toen'. Dompel je onder in de wereld van landlopers en vagebonden met deze erfgoedwandeling!
Het volledige verhaal van het ontstaan, het behoud, de weg naar Unesco, ... van de Koloniën van Weldadigheid lees je hier.
Podcast ‘Aan de rand van het land’
Voor, tijdens of na de wandeling is het beluisteren van de podcast 'Aan de rand van het land' een must. Het vertelt het verhaal van mensen. Mensen van alle rang en stand, uit alle soorten families en uit alle lagen van de bevolking. Het gaat over mensen die tegenslagen kenden, die uit de boot vielen. Het gaat over mensen aan de rand van het land... Mensen die in Wortel-Kolonie belandden.
Bekende stemmen van Lieven Van Gils, Nico Sturm, Bruno Vanden Broecke en Jonas Vermeulen nemen je mee in de wereld van de landlopers en de vagebonden van Wortel-Kolonie. Maak kennis met bakkersknecht Danny, aan de rand van het land.
Het landschap is uniek
De kolonie van Wortel stond in heel Europa bekend voor de opvang van armen en landlopers. Her en der vind je er sporen van terug. Wortel-Kolonie is erkend als UNESCO werelderfgoed, als onderdeel van de reeks Koloniën van Weldadigheid in Nederland en België. Deze gebieden werden in de 19e eeuw in het noorden van Nederland en in de Antwerpse Kempen ingericht als landbouwkolonie voor een sociaal doel van armoedebestrijding en gooiden internationaal hoge ogen als maatschappelijk experiment. Het hele landschap werd ontworpen, de gebouwen werden zorgvuldig ingepland met het oog op een efficiënte werking en om goed overzicht en controle te kunnen houden. Het gebied werkte als één gesloten geheel.
Witte huizen, rode daken
Langs de hoofddreven vind je in de kolonie de typische witte huizen met rode daken. Ze werden allemaal in de zelfde stijl gebouwd maar pas in de tweede helft van vorige eeuw wit geschilderd. Ze deden vroeger dienst als woning voor het personeel. Naargelang hun rang kregen ze een bepaald type woning. De woningen van de aalmoezenier en van de directeur vielen op door hun luxueuzere uitvoering maar zijn intussen verdwenen. In hun tuinen vind je majestueuze (rode) beuken, een statussymbool in die tijd.
Na de afschaffing van de wet op de landloperij, kocht stad Hoogstraten deze woningen en gaf ze in erfpacht aan de bewoners.
Er moest gewerkt worden
Bij aankomst in de kolonie kreeg elke familie een hoeve met grond, een koe en een varken, meubels, landbouwgerief, eenvormige kledij, zaaigoed en mest ter beschikking. De kosten daarvan werden genoteerd als een schuld aan de Maatschappij van Weldadigheid. Om die terug te betalen en voortaan in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien, bewerkten ze het land. In november 1822 waren er al 25 hoeven afgewerkt. In juni 1823 stonden er 45 en vier jaar later waren er 129 beschikbaar. Op dat ogenblik telde de kolonie 623 bewoners.
Ondanks de veelbelovende start is het vlug duidelijk dat de onderneming zal mislukken. Een groot aantal van de gezinnen die in Wortel terecht komen, zijn stedelingen die geen kennis, maar ook niet de minste belangstelling voor landbouw hebben. De grond is bovendien veel te arm, slecht ontgonnen en er is te weinig vee om de boerderijtjes van voldoende mest te voorzien. De schuld aan de Maatschappij is bovendien een zware last - het lukt slechts weinigen om aan hun verplichtingen te voldoen. Vanaf 1828 verliezen de gezinnen hun zelfstandigheid en moeten de geplaatste bedelaars in loondienst werken voor de Maatschappij.
De Belgische onafhankelijkheid leidt een moeilijke periode in en na 11 jaar wil de nieuwe overheid niet meer bijspringen voor de oplopende kosten. In 1842 gaat de Maatschappij van Weldadigheid in België failliet. De kolonie vervalt, de meeste huisjes worden gesloopt en de materialen elders ingezet. In 1870 start de Belgische Staat de herinrichting op en transformeert Wortel van een vrije naar een onvrije kolonie.
Nederlands wordt Belgisch
Op 20 december 1870, 40 jaar na de onafhankelijkheid van België, wordt het domein aangekocht door de Belgische staat. De directe aanleiding daarvoor was een wet van 1866, die voorzag dat bedelaars na het uitzitten van hun straf ter beschikking moesten blijven van de regering. De regering moest uitkijken naar een uitbreiding van het landbouwgesticht van Hoogstraten, waar maar plaats was voor 500 bedelaars en dat met 70 ha landbouwgrond te klein was. In 1871 krijgt het geheel de naam van 'Rijksweldadigheidslandbouwkolonieën van Hoogstraten - Merksplas - Wortel'. Vanaf 1881 worden er de nieuwe en nu nog bestaande gebouwen opgetrokken, waar vanaf 1891 tot in 1993 landlopers en bedelaars zullen verblijven.
Landlopersbegraafplaats
De begraafplaats, met zo’n 170 witte betonnen kruisjes, is het merkwaardigste overblijfsel van de landloperskolonie. Op de kruisjes hangt een loden plaatje met een nummer en soms een naam, een datum van geboorte en overlijden. Als je enkel een nummer en de letters RWK (afkorting van rijksweldadigheidskolonie) terugvindt, gaat het om een graf van de eenzaamste onder de landlopers, degenen die ’zonder familie’ zijn gestorven. Het nummer verwijst naar een naam die werd opgegeven bij inschrijving in de kolonie. Enkele graven zijn nog vrij recent. Dat komt doordat de oudste landlopers na de afschaffing van de landloperij in 1993 het ’voorrecht’ kregen in de gebouwen van de kolonie hun laatste levensdagen te slijten. Zij kregen nog een laatste rustplaats bij hun lotgenoten.